De afgelopen periode zijn de voorspellingen rond de levensverwachting snel opgelopen. In 2004 werd nog een stijging voorzien van twee jaar tot 2050. Recente voorspellingen van het CBS laten zien dat deze stijging van de levensverwachting al dit jaar is gerealiseerd. De invloed van deze snelle stijging van de levensverwachting zal de komende jaren zeer groot zijn. Vooral de pensioenenverplichtingen in ons land zullen met vele tientallen miljarden oplopen. De VVD wil een sterk pensioenstelsel dat op lange termijn voldoende waarborgen biedt voor een duurzaam en betaalbaar pensioen, ook als de levensverwachting in de toekomst verder stijgt. Als we dit stelsel betaalbaar willen houden, dan moet een aantal onvermijdelijke aanpassingen worden doorgevoerd.
Allereerst geldt dat voor de AOW. De VVD vindt dat er op korte termijn maatregelen moeten worden genomen om de toekomst van de AOW veilig te stellen. Dat doen we niet door de noodzakelijke maatregelen pas over tien of vijftien jaar door te voeren, zoals in het voorliggende wetsvoorstel van het vorige kabinet. De VVD stelt daarom voor vanaf 2011 de AOW-leeftijd jaarlijks met twee maanden te verhogen tot 67 jaar. Deze leeftijd wordt dan bereikt in 2023. Op deze wijze wordt het AOW-probleem geleidelijk aangepakt, zonder allerlei ingewikkelde overgangsmaatregelen en uitzonderingen. Een belangrijke uitzondering die de VVD wil toestaan, geldt voor mensen die op hun 65e al 45 jaar hebben gewerkt.
Alhoewel de aanvullende pensioenen binnen het domein van de sociale partners vallen, is de VVD er voorstander van de aanvullende pensioenen te harmoniseren met de aanpassingen in de AOW. Wettelijk wordt vastgelegd dat een evenwichtige vertegenwoordiging van gepensioneerden in besturen van pensioenfondsen wordt opgenomen. De gevolgen van de sterke verhoging van de levensverwachting spelen immers evenzeer voor de aanvullende pensioenen. De recente, omvangrijke aanpassingen door de verschillende pensioenfondsen van hun verplichtingen spreken wat dit betreft boekdelen. Dit betekent dat de leeftijd voor aanvullende pensioenen stapsgewijs naar 67 jaar wordt verhoogd. De fiscale behandeling van de premies voor het aanvullende pensioen kan hiermee worden geharmoniseerd. Deze maatregelen leiden via lagere loonkosten voor werknemers tot een betere concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven en tot meer koopkracht voor werknemers.
Een groep werkenden die niet volledig kunnen profiteren van het collectieve pensioensysteem, zijn de ZZP-ers. In de huidige wetgeving kunnen zij na uittreding bij een fonds nog kiezen voor tien jaar vrijwillige aansluiting. Daarvan wordt drie jaar fiscaal ondersteund. De VVD wil die termijn optrekken tot tien jaar.