De Verzekeringskamer werd op 1 september 1923 opgericht als zelfstandig lichaam van het Ministerie van Justitie. De kamer werd belast met de toezicht op verzekeringen. In 1952 werd de toezichthoudende taak uitgebreid met ook het toezicht op de pensioenfondsen. Met ingang van 1 januari 1987 opereerde de Kamer als zelfstandig lichaam van het Ministerie van Financiën. Op 1 september 1992 werd de Kamer geprivatiseerd tot zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) onder de statutaire naam Stichting Verzekeringskamer. Deze werd op 1 januari 2001 gewijzigd in de Stichting Pensioen- & Verzekeringskamer.
Op 30 oktober 2004 fuseert de Stichting Pensioen- & Verzekeringskamer met De Nederlandsche Bank. Het is een unicum in de internationale pensioenwereld dat een nationale bank, die verantwoordelijk is voor financiële stabiliteit, toezicht gaat houden op de collectieve pensioenfondsen, de uitvoerders van de arbeidsvoorwaarde pensioen. De consequentie hiervan wordt duidelijk in het volgende decennium als met het door de DNB ontwikkelde en door de Tweede Kamer geaccordeerde Financieel Toetsingskader (FTK) het de fondsen onmogelijk wordt gemaakt te indexeren terwijl de middelen in de fondsen om pensioenen uit te keren in de periode 2008 – 2018 verdubbelen! Het gevolg van dit beleid is dat het vermogen van de pensioenfondsen meer dan verdubbelt en ze daardoor over zoveel middelen beschikken dat daarmee aan alle huidige en toekomstige gepensioneerden bijna 50 jaar pensioen zou kunnen worden uitgekeerd.