Meedoen, meer werk, minder regels
Het kabinet wilde de fiscale subsidiëring van VUT en prepensioen afbouwen, omdat het de lage arbeidsparticipatie van oudere werknemers onverantwoord vond met het oog op de naderende vergrijzing. Dit leidde op 2 oktober 2004 tot een grote demonstratie van de vakbonden. Hierna kwam op 6 november in de Stichting van de Arbeid een akkoord tot stand over zowel prepensioen en levensloop als loonmatiging, WW en WAO. Het uiteindelijke resultaat was dat het kabinet de overgangsregelingen voor de oudere werknemers iets versoepelde.
Het kabinet nam meer maatregelen om de arbeidsdeelname van ouderen te bevorderen, zoals de herinvoering van de sollicitatieplicht voor oudere werknemers. De WW-vervolguitkering (een vervolguitkering na afloop van de WW-uitkering die tot 2 jaar kan duren) werd afgeschaft, zodat de WW minder als overbruggingsregeling richting prepensioen of AOW kon dienen. Later in de kabinetsperiode werd besloten tot een verkorting van de WW-duur van maximaal 5 jaar tot maximaal 38 maanden.
Het kabinet voerde enkele kleinere wijzigingen in het ontslagstel door, maar CDA-minister De Geus (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) schoof de discussie over versoepeling van het ontslagrecht voor zich uit. Coalitiepartners VVD en D66 wilden wel zo'n versoepeling en ook het CDA zou later een versoepeling laten opnemen in de CPB-analyse van het CDA-verkiezingsprogramma 2006.
Vergelijking Regeerakkoord met Verkiezingsprogramma's
In dit regeerakkoord zijn de wensen van D66 en CDA terug te vinden over afschaffing VUT door omvorming naar ‘flexibele pensioenregelingen’ en door introductie van ‘levensloopregelingen’. Van grotere invloed van gepensioneerden (deelnemers) in de pensioenfondsbesturen staat niets in het regeerakkoord!