Al sinds enige jaren worden de AOW-uitkeringen niet meer geheel betaald uit de AOW-premies. In 1997 is de AOW-premie gemaximeerd om te voorkomen dat de premiedruk voor lage inkomens te veel zou oplopen. Als gevolg daarvan wordt de AOW op dit moment al voor twintig procent gefinancierd uit de algemene middelen en bij ongewijzigd beleid loopt dit percentage verder op, tot meer dan de helft over een jaar of dertig. De ChristenUnie acht het aanvaardbaar dit automatisme licht versterkt voort te zetten. De AOW-premie zal in de komende kabinetsperiode dus iets omlaag gaan. Ouderen met een inkomen tot anderhalf modaal – AOW en een fatsoenlijk aanvullend pensioen – mogen er daarbij niet op achteruit gaan. Om dit te bereiken blijft de AOW-uitkering gekoppeld aan de loonontwikkeling (welvaartsvast) en wordt de ouderenkorting verhoogd. Met deze maatregelen wordt de betaalbaarheid en daarmee de houdbaarheid van de AOW voor iedereen bevorderd.