Als in 2027 de nieuwe pensioenregels gelden, mag vanaf dat moment alleen nog nieuw pensioen worden gespaard. Het is de bedoeling dat al het pensioenvermogen dat al gespaard is, wordt omgezet naar het nieuwe stelsel. Dat heet invaren. Alleen als dit echt ongunstig uitpakt, wordt er niet ingevaren. Invaren is de eufemistische benaming van een onvoorstelbaar ingewikkelde operatie, namelijk de transitie van alle 20 miljoen pensioendossiers van de ongeveer 200 Nederlandse Pensioenfondsen om te zetten naar 10 miljoen individuele pensioenpotjes met een eigen vermogen voor iedere deelnemer.
Niet invaren zou betekenen dat het pensioenfonds met twee systemen moet gaan werken. Dat is ingewikkeld en kostbaar. Ook is het maar de vraag of op termijn de oude regels nog netjes door de overheid onderhouden worden. De kans is groot dat de overstap uiteindelijk toch gemaakt moet worden. Daarom willen pensioenfondsen het gehele vermogen invaren in het nieuwe stelsel.
Er zijn meerdere manieren om te berekenen waar iedereen recht op heeft. In de ene methode wordt het pensioenvermogen met een vaste rekenregel verdeeld naar individuele pensioenpotjes. In de andere methode wordt de verdeling gedaan door uit te rekenen welk pensioen je kon verwachten in het huidige systeem. Vervolgens krijg je dat deel van de pot mee dat overeenkomt met dezelfde uitkomst in het nieuwe systeem. Een deel van het vermogen kan in een collectieve reserve gestopt worden en/of gebruikt worden voor groepen deelnemers die in het nieuwe systeem erop achteruit zouden kunnen gaan en moeten worden gecompenseerd.
Het moment van invaren is straks cruciaal voor de hoogte van het individuele pensioenvermogen. De hoogte hangt namelijk af van de hoogte van de dekkingsgraad, berekend volgens de huidige systematiek op basis van het FTK, op moment van invaren. Gevolg kan zijn dat er heel veel deelnemers worden gedupeerd door een ongunstig moment van invaren. Niemand weet nog hoe dit moet worden voorkomen. Een nieuwe wet met zo veel twijfels en onzekerheden zou van de politiek nooit het voordeel van de twijfel mogen krijgen.
De toekomstige eigenaren van die individuele potjes krijgen weinig of niets te vertellen over deze transitie. Waarschijnlijk worden zij niet eens geïnformeerd over de inhoud van hun potje. Dat overkomt ze ondanks het feit dat het gaat om kapitaal dat als een belangrijke arbeidsvoorwaarde is verkregen. Er is werk gedaan tegen betaling van loon en een aanspraak op pensioen met afgesproken voorwaarden.