De parlementaire democratie in Nederland steunt op politieke partijen. De kandidaten van deze partijen worden individueel verkozen bij verkiezingen op alle niveaus van de parlementaire democratie: gemeenteraad, provinciale staten en parlement. Zodra bij het tellen van de stemmen de kiesdeler bij een kandidaat is behaald is die verkozen. De volgorde van de kandidatenlijst bepaalt wel waar eventuele overtollige stemmen boven de kiesdeler naar toe gaan.
Hoewel de kandidaten tijdens de verkiezingscampagne de mogelijkheid hebben zich politiek te profileren geldt voor hen allemaal het richtsnoer van het verkiezingsprogramma van de partij. Dit is met raadpleging van de leden vastgesteld binnen de partij. Het verkiezingsprogramma vormt daarmee een hoeksteen in de parlementaire democratie. De gezamenlijke verkiezingsprogramma’s zouden een afspiegeling moeten zijn van de politieke opvattingen en ambities van de bevolking in Nederland.
Het ledental van politieke partijen in Nederland gezamenlijk schommelt de laatste 30 jaar rond de 300.000. De laatste jaren is enige groei te zien richting 400.000 die vooral te danken is aan Forum voor Democratie die nu volgens het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen de grootste is met 57.000 leden. In 2021 waren er in Nederland naar schatting 13,2 miljoen stemgerechtigden.
Dat betekent dus dat minder dan 3% van de stemgerechtigde bevolking in Nederland lid is van een politieke partij. Het betekent ook dat regeringsprogramma van een meerderheidskabinet steunt op verkiezingsprogramma’s dat vanuit 1,5% van de bevolking is opgesteld.
Bovendien moeten we constateren dat in de praktijk van het opstellen van regeerakkoorden ook andere belangengroepen dan politieke partijen hun wensen weten te realiseren. Het is daarom begrijpelijk dat om de politieke realiteit in Nederland te beoordelen niet alleen naar politieke partijen maar ook naar het volledige politiek-economische krachtenveld wordt gekeken.
Het pensioendossier kan dit alleen maar bevestigen.