In CAO-onderhandelingen wordt de pensioenpremie vastgesteld: het ‘uitgestelde loon’. In de pensioenwet van het oude stelsel, was de ambitie dat bij pensionering de bereikte levensstandaard kon worden voortgezet. In de WTP is deze ambitie losgelaten en is de individuele pensioenuitkering vooral afhankelijk van het rendement op het met de premie opgebouwde individuele vermogen.
Bij de vaststelling van de premie in de CAO wordt ook afgesproken welk deel van de premie wordt betaald door de werknemer en wordt ingehouden op het loon en welk deel door de werkgever. Dit deel van de premie wordt ‘werkgeversdeel’ genoemd.
Beide delen vormen samen het ‘uitgestelde loon’ dat wordt gespaard, rendement oplevert en later leidt tot de pensioenuitkering. Het is bedenkelijk dat bij de CAO onderhandelingen wel gesproken wordt over belangen die ook voor gepensioneerden van belang zijn, maar dat gepensioneerden geen gesprekspartner zijn. Die taak is aan vakbonden toebedacht.