Hoezo transparantie?
Tim Burggraaf op LinkedIn
Artikel 38 van de nieuwe Pensioenwet regelt de informatieverplichting aan actieve deelnemers. Op grond van artikel 38 Pensioenwet, gecombineerd met hetgeen het wetsvoorstel toekomst pensioenen hierover voorstelt, moeten pensioenuitvoerders deelnemers onder andere informeren over "de stand van het vermogen gereserveerd voor de pensioenuitkering van de betreffende deelnemer, de hierop ingehouden uitvoeringskosten en een wijziging van dit vermogen voor zover deze het gevolg is van een
Tim Burggraaf op LinkedIn
Artikel 38 van de nieuwe Pensioenwet regelt de informatieverplichting aan actieve deelnemers. Op grond van artikel 38 Pensioenwet, gecombineerd met hetgeen het wetsvoorstel toekomst pensioenen hierover voorstelt, moeten pensioenuitvoerders deelnemers onder andere informeren over "de stand van het vermogen gereserveerd voor de pensioenuitkering van de betreffende deelnemer, de hierop ingehouden uitvoeringskosten en een wijziging van dit vermogen voor zover deze het gevolg is van een
storting of onttrekking aan de solidariteits- of risicodelingsreserve", schreef de minister bij de beantwoording van de vragen in de Tweede Kamer (Nota n.a.v. Verslag onder 9).
Toen de Eerste Kamer vervolgens aan de minister vroeg of deelnemers in staat zijn om de informatie te begrijpen die beschikbaar gesteld wordt (vraag 94 van 50-Plus c.s.), antwoordde de minister dat "niet verplicht zal zijn om aan de deelnemer informatie te verstrekken over het beschermingsrendement en het overrendement". De minister stelt dat die informatie beschikbaar is in de algemene fondsdocumenten, maar dat zijn de geconsolideerde cijfers op fondsniveau en daaruit kan een deelnemer niet afleiden wat het voor hem/haar concreet betekend heeft.
Met andere woorden, een deelnemer krijgt dus wel jaarlijks de stand van diens vermogen te zien, maar kan niet beoordelen hoe die tot stand gekomen is. Concreet betekent het dat een deelnemer niet in staat is om te beoordelen hoe het met diens "potje" gemaakte rendement over de totale populatie is verdeeld. Eerder was door een aantal partijen een voorzet gedaan over hoe een transparante uitleg aan de deelnemer er uit zou kunnen zien (op basis van een soort "kassabon"), maar die mate van transparantie lijkt er dus niet te gaan komen.
Dat is toch wel een bijzondere uitkomst. Kennelijk vind de minister dat de deelnemer er maar van uit moet gaan dat beschermingsrendementen en overrendementen op een juiste wijze zijn verdeeld. Het wordt namelijk in het geheel niet duidelijk welk deel van het rendement wat gemaakt is met het (bij die deelnemer horende) vermogen, aan hem/haar ten goede komt.
Overigens, in het huidige stelsel heeft de deelnemer ook geen inzicht in hoe rendementen worden verdeeld. Dat hoeft ook niet, omdat een pensioenuitkering wordt toegezegd en niet een pensioenkapitaal. Maar straks is dat anders, dan is er geen pensioentoezegging meer. Dan zou je toch verwachten dat je als deelnemer tenminste inzicht krijgt in hoeveel rendement er met jouw vermogen gemaakt is en hoeveel je daar zelf aan over houdt. De minister wil toch een transparanter stelsel?
Al met al is de vraag terecht hoe transparant het nieuwe stelsel gaat worden. Ja, je weet hoeveel kapitaal je ieder jaar hebt. Nee, je hebt geen idee hoeveel rendement er voor je is gemaakt en hoeveel je daar zelf van over houdt. En uiteindelijk ben je voor de hoogte van het pensioen volledig afhankelijk van de hoogte van het gespaarde kapitaal. Als dit allemaal echt zo bedoeld is, dan heb ik toch wel ernstige twijfels bij hoe dit gaat uitpakken.
Wat tot slot bijzonder is, is dat het antwoord van de minister aan de Tweede Kamer een andere is dan die aan de Eerste Kamer.
Toen de Eerste Kamer vervolgens aan de minister vroeg of deelnemers in staat zijn om de informatie te begrijpen die beschikbaar gesteld wordt (vraag 94 van 50-Plus c.s.), antwoordde de minister dat "niet verplicht zal zijn om aan de deelnemer informatie te verstrekken over het beschermingsrendement en het overrendement". De minister stelt dat die informatie beschikbaar is in de algemene fondsdocumenten, maar dat zijn de geconsolideerde cijfers op fondsniveau en daaruit kan een deelnemer niet afleiden wat het voor hem/haar concreet betekend heeft.
Met andere woorden, een deelnemer krijgt dus wel jaarlijks de stand van diens vermogen te zien, maar kan niet beoordelen hoe die tot stand gekomen is. Concreet betekent het dat een deelnemer niet in staat is om te beoordelen hoe het met diens "potje" gemaakte rendement over de totale populatie is verdeeld. Eerder was door een aantal partijen een voorzet gedaan over hoe een transparante uitleg aan de deelnemer er uit zou kunnen zien (op basis van een soort "kassabon"), maar die mate van transparantie lijkt er dus niet te gaan komen.
Dat is toch wel een bijzondere uitkomst. Kennelijk vind de minister dat de deelnemer er maar van uit moet gaan dat beschermingsrendementen en overrendementen op een juiste wijze zijn verdeeld. Het wordt namelijk in het geheel niet duidelijk welk deel van het rendement wat gemaakt is met het (bij die deelnemer horende) vermogen, aan hem/haar ten goede komt.
Overigens, in het huidige stelsel heeft de deelnemer ook geen inzicht in hoe rendementen worden verdeeld. Dat hoeft ook niet, omdat een pensioenuitkering wordt toegezegd en niet een pensioenkapitaal. Maar straks is dat anders, dan is er geen pensioentoezegging meer. Dan zou je toch verwachten dat je als deelnemer tenminste inzicht krijgt in hoeveel rendement er met jouw vermogen gemaakt is en hoeveel je daar zelf aan over houdt. De minister wil toch een transparanter stelsel?
Al met al is de vraag terecht hoe transparant het nieuwe stelsel gaat worden. Ja, je weet hoeveel kapitaal je ieder jaar hebt. Nee, je hebt geen idee hoeveel rendement er voor je is gemaakt en hoeveel je daar zelf van over houdt. En uiteindelijk ben je voor de hoogte van het pensioen volledig afhankelijk van de hoogte van het gespaarde kapitaal. Als dit allemaal echt zo bedoeld is, dan heb ik toch wel ernstige twijfels bij hoe dit gaat uitpakken.
Wat tot slot bijzonder is, is dat het antwoord van de minister aan de Tweede Kamer een andere is dan die aan de Eerste Kamer.
Lees hier het artikel op Linkedin