Dinsdag 28 maart 2023 Radar uitzending gemist.
(reactie Wilma Berkhout)Al ruim tien jaar hebben we het erover: het nieuwe pensioenstelsel. In plaats van een collectieve pensioenpot, krijgt iedereen een individueel pensioenpotje. De Tweede Kamer stemde al voor het nieuwe stelsel en als ook de Eerste Kamer instemt moet de gezamenlijke pensioenpot van 1500 miljard euro verdeeld worden. De pensioenfondsen moeten dit gaan verdelen, maar dat gaat nog een grote klus worden. ‘Fouten zijn niet te herstellen. Het is zaak om het in één keer goed te doen.’
Eerst even een korte uitleg,
Eerst even een korte uitleg,
want waar hebben we het ook alweer over. Op dit moment hebben we een collectief pensioenstelsel. Dat is eigenlijk een grote pensioenpot waar we allemaal premie voor betalen en waaruit de pensioenen worden betaald. Straks wordt dat een een individueel stelsel. Iedereen krijgt een eigen pensioenpotje. Hierdoor zie je duidelijker hoeveel premie je inlegt voor je oude dag.
Beleggen met premies
Met je premie wordt, net als nu, alsnog belegd. Iedereen krijgt een eigen rekening waarop de totaal betaalde premie staat, plus de beleggingswinst. Het bedrag gaat sneller omhoog als het goed gaat met de economie, maar gaat omlaag als het slechter met de beleggingen gaat. Het staat van te voren daarom niet vast hoeveel pensioen je uiteindelijk krijgt. Daarom komt er bovenop de individuele spaarpotten toch een collectieve reserve pot, om grote schommelingen eventueel te dempen.
Op 22 december 2022 stemde de Tweede Kamer voor de nieuwe Wet Toekomst Pensioenen (WTP). Nu is het de vraag hoe de Eerste Kamer gaat stemmen. Als de Eerste Kamer de wet goedkeurt dan moeten de pensioenfondsen voor 1 januari 2027 over op het nieuwe stelsel. Maar er zijn drie grote onzekerheden.
40 tot 50 jarigen hebben teveel betaald
Er is een groep die meer risico loopt met de overgang van het oude naar het nieuwe stelsel. Dit zijn de 40 tot 50 jarigen. In het huidige pensioenstelsel is het zo geregeld dat de jongere generatie meebetaalt aan de pensioenopbouw voor oudere werkenden. Dus hebben de 40 tot 50 jarigen de eerste twintig jaar van hun werkende leven relatief veel geld betaald, dat deels gebruikt is voor de pensioenopbouw van de oudere generatie werkenden.
Hoogleraar economie aan de Tilburg Universiteit Marike Knoef legt uit: ‘De 45-jarige loopt in die zin meer risico dan een 25-jarige. En voor die groep is een compensatie, alleen hoe groot die compensatie is, dat is ook afhankelijk van de financiële situatie van het fonds.’
In de nieuwe pensioenwet betalen de jongeren niet meer mee aan de pensioenopbouw van oudere werknemers. 50plus Eerste Kamerlid Martin van Rooijen twijfelt of de groep 40 tot 50 jarigen wel gecompenseerd gaan worden. ‘In de wet staat nu dat die compensatie niet verplicht is, dat die compensatie wel mag gegeven worden. Maar of dat gaat gebeuren of een pensioenfonds daartoe besluit is maar de vraag. En die compensatie moet door iemand en door iets betaald worden.
Hoogleraar economie aan de Tilburg Universiteit Marike Knoef legt uit: ‘De 45-jarige loopt in die zin meer risico dan een 25-jarige. En voor die groep is een compensatie, alleen hoe groot die compensatie is, dat is ook afhankelijk van de financiële situatie van het fonds.’
Data niet op orde
Om alle individuele bellegingspotjes te berekenen moeten alle data natuurlijk op orde zijn. Maar uit een onderzoek van de De Nederlandsche Bank (DNB) blijkt dat dit nog niet het geval is. 75 procent van de pensioenfondsen blijkt tekortkomingen te hebben in hun data kwaliteitsbeleid. Dit kan gevolgen hebben voor de pensioenaanspraken van de deelnemers van het pensioenfonds. Bijvoorbeeld dat een pensioenaanspraak niet meer herleidbaar is of niet volledig is.
Van Rooijen, maakt zich zorgen. ‘Je praat in totaal over 10 miljoen pensioendeelnemers. 3 miljoen gepensioneerden. 7 miljoen werknemers. Dat zijn 20 miljoen dossiers. De pensioenfondsen zeggen heb daar maar vertrouwen in: het komt wel goed. Dat hebben we met de toeslagenaffaire ook gezien. Dan zijn er grote uitvoeringsproblemen. Wij kunnen dat soort grote dingen niet aan.’
Fouten zijn onherstelbaar
Als er dan een foutje wordt gemaakt bij een pensioenberekening dan is dit onherstelbaar zegt Marike Knoef. ‘Zouden er fouten gemaakt worden? Ja, dan is dat niet eenvoudig om te herstellen, want dan zou je bij de ene persoon geld weg moeten halen omdat bij de andere persoon weer neer te zetten. Je kunt het de de pensioenpot één keer verdelen en ja dan is het ook wel zaak om dat in één keer goed te doen. We moeten ons dus van tevoren beseffen dat we het niet meer makkelijk kunnen terugdraaien.’
Daarna kwam Pieter Omtzigt nog in de studio.
Hij voegde nog toe dat het ging om invoering van de degressieve opbouw. Maar die bestaat niet meer. In het nieuwe stelsel wordt geen uitkering opgebouwd maar vindt ( althans fictief) de opbouw van een kapitaal ( potje) plaats, waarvan groei elk jaar bepaald wordt door toedeling door werkgevers en werknemers in vooraf door hen bepaalde toedelingsregels. Het pensioenfondsbestuur heeft die te volgen.
Beleggen met premies
Met je premie wordt, net als nu, alsnog belegd. Iedereen krijgt een eigen rekening waarop de totaal betaalde premie staat, plus de beleggingswinst. Het bedrag gaat sneller omhoog als het goed gaat met de economie, maar gaat omlaag als het slechter met de beleggingen gaat. Het staat van te voren daarom niet vast hoeveel pensioen je uiteindelijk krijgt. Daarom komt er bovenop de individuele spaarpotten toch een collectieve reserve pot, om grote schommelingen eventueel te dempen.
Op 22 december 2022 stemde de Tweede Kamer voor de nieuwe Wet Toekomst Pensioenen (WTP). Nu is het de vraag hoe de Eerste Kamer gaat stemmen. Als de Eerste Kamer de wet goedkeurt dan moeten de pensioenfondsen voor 1 januari 2027 over op het nieuwe stelsel. Maar er zijn drie grote onzekerheden.
40 tot 50 jarigen hebben teveel betaald
Er is een groep die meer risico loopt met de overgang van het oude naar het nieuwe stelsel. Dit zijn de 40 tot 50 jarigen. In het huidige pensioenstelsel is het zo geregeld dat de jongere generatie meebetaalt aan de pensioenopbouw voor oudere werkenden. Dus hebben de 40 tot 50 jarigen de eerste twintig jaar van hun werkende leven relatief veel geld betaald, dat deels gebruikt is voor de pensioenopbouw van de oudere generatie werkenden.
Hoogleraar economie aan de Tilburg Universiteit Marike Knoef legt uit: ‘De 45-jarige loopt in die zin meer risico dan een 25-jarige. En voor die groep is een compensatie, alleen hoe groot die compensatie is, dat is ook afhankelijk van de financiële situatie van het fonds.’
In de nieuwe pensioenwet betalen de jongeren niet meer mee aan de pensioenopbouw van oudere werknemers. 50plus Eerste Kamerlid Martin van Rooijen twijfelt of de groep 40 tot 50 jarigen wel gecompenseerd gaan worden. ‘In de wet staat nu dat die compensatie niet verplicht is, dat die compensatie wel mag gegeven worden. Maar of dat gaat gebeuren of een pensioenfonds daartoe besluit is maar de vraag. En die compensatie moet door iemand en door iets betaald worden.
Hoogleraar economie aan de Tilburg Universiteit Marike Knoef legt uit: ‘De 45-jarige loopt in die zin meer risico dan een 25-jarige. En voor die groep is een compensatie, alleen hoe groot die compensatie is, dat is ook afhankelijk van de financiële situatie van het fonds.’
Data niet op orde
Om alle individuele bellegingspotjes te berekenen moeten alle data natuurlijk op orde zijn. Maar uit een onderzoek van de De Nederlandsche Bank (DNB) blijkt dat dit nog niet het geval is. 75 procent van de pensioenfondsen blijkt tekortkomingen te hebben in hun data kwaliteitsbeleid. Dit kan gevolgen hebben voor de pensioenaanspraken van de deelnemers van het pensioenfonds. Bijvoorbeeld dat een pensioenaanspraak niet meer herleidbaar is of niet volledig is.
Van Rooijen, maakt zich zorgen. ‘Je praat in totaal over 10 miljoen pensioendeelnemers. 3 miljoen gepensioneerden. 7 miljoen werknemers. Dat zijn 20 miljoen dossiers. De pensioenfondsen zeggen heb daar maar vertrouwen in: het komt wel goed. Dat hebben we met de toeslagenaffaire ook gezien. Dan zijn er grote uitvoeringsproblemen. Wij kunnen dat soort grote dingen niet aan.’
Fouten zijn onherstelbaar
Als er dan een foutje wordt gemaakt bij een pensioenberekening dan is dit onherstelbaar zegt Marike Knoef. ‘Zouden er fouten gemaakt worden? Ja, dan is dat niet eenvoudig om te herstellen, want dan zou je bij de ene persoon geld weg moeten halen omdat bij de andere persoon weer neer te zetten. Je kunt het de de pensioenpot één keer verdelen en ja dan is het ook wel zaak om dat in één keer goed te doen. We moeten ons dus van tevoren beseffen dat we het niet meer makkelijk kunnen terugdraaien.’
Daarna kwam Pieter Omtzigt nog in de studio.
Hij voegde nog toe dat het ging om invoering van de degressieve opbouw. Maar die bestaat niet meer. In het nieuwe stelsel wordt geen uitkering opgebouwd maar vindt ( althans fictief) de opbouw van een kapitaal ( potje) plaats, waarvan groei elk jaar bepaald wordt door toedeling door werkgevers en werknemers in vooraf door hen bepaalde toedelingsregels. Het pensioenfondsbestuur heeft die te volgen.
Klik hier voor de uitzending