Vrijdag 2 december 2022 Telegraaf.
(reactie Wilma Berkhout)
Van Reedijk van Aon (belanghebbende bij een nieuwe Wtp: veel geld verdienen aan uw pensioen) mag in de Telegraaf waarschuwen voor de kosten van de (D66) overheidswens om de degressieve opbouw (één keuze van Koolmees voor het afschaffen van de doorsneepremie) .
Daarmee waarschuwt zij dat die kosten oplopen tot 00 miljard en dat die ten koste van de pensioenvermogens gaan en dat dáárom het niet verstandig is zoveel te indexeren omdat met name de gepensioneerden van PME, PME en PFZW (de zorg) de deksel op hun neus krijgen met kortingen (dat heet dan "minder pensioen," maar in uw portemonnee voelt het hetzelfde.)
Professor Bernard van Praag en Henk Hemmers hebben in een wetenschappelijk artikel in MeJudice aangetoond dat óók jongeren bij het afschaffen van de doorsneepremie er op achteruit gaan. Iedereen in een pensioenfonds verliest dan dus. Maar de bij de Pensioenindustrie, bij de vakbonden en bovenal bij onze overheid worden onafhankelijke wetenschappers andere dan de Netspar professoren en het netwerk van de financiële belangehebnden aan de Wtp, genegeerd.
Tenenkrommend dus om te lezen:
"Overgang naar nieuw pensioenstelsel valt voor middengroep duur uit
Voor deelnemers van pensioenfondsen is het na het indexatiefeest de vraag of er genoeg over is om alle groepen te compenseren in het nieuwe stelsel. Zeker nu de gemiddelde dekkingsgraad volgens Aon in november is gedaald naar 124% door stijging van de verplichtingen.
Vooral de middengroep kunnen de dupe worden van de hoge rente.
Jongeren die betalen voor ouderen. Deze manier van financieren gaat uit het nieuwe pensioenstelsel. Maar het afschaffen van die zogeheten doorsneesystematiek gaat pensioenfondsen miljarden euro’s extra kosten, nu de rente is gestegen. Corine Reedijk van Aon legt uit dat bij eerdere berekeningen de toenmalige, lagere rente werd gehanteerd. „Destijds werd meegenomen dat voor de compensatie van de groep die last heeft van die afschaffing, 2 tot 4% moest worden gereserveerd.” Vorig jaar zat er in totaal €2000 miljard in de pensioenkas en zou dat uitkomen op €40 tot €80 miljard om de gedupeerden te compenseren. „Inmiddels is de rente gestegen en moet je eerder denken aan 6 tot 8%. De totale pensioenpot is nu gedaald naar €1400 miljard, maar je komt dan uit op €80 tot €112 miljard aan compensatie.”
Waardevermindering
Reedijk snapt dat gepensioneerden, die jarenlang geen indexaties hebben ontvangen en daarom een flinke waardevermindering hebben gezien van hun pensioenuitkering (soms van wel 25%), blij zijn dat de pensioenen verhoogd konden worden. „Door de gestegen rente kan nu ruimhartiger dan anders geïndexeerd worden, maar de benodigde compensaties voor de overgang naar het nieuwe systeem zullen dus ook een stuk hoger worden.”
Wie hier vooral last van heeft, is de middengroep, de mensen tussen de 45 en de 55 jaar. Zij hebben jarenlang betaald voor de ouderen en zitten op de helft van de tijd die ze werken tot aan hun pensioen. Dus ze hebben minder tijd om bij te sparen. Reedijk: „En ze hebben ook nog minder tijd om hun pensioenbeleggingen te laten renderen.”
Deze groep is de dupe van een van de grote veranderingen in de nieuwe Wet Toekomst Pensioenen: de genoemde afschaffing van de doorsneesystematiek. Tot nu toe betalen jongeren via hun pensioenpremie voor de uitkering van ouderen. Maar dat wordt voor jongeren erg duur. Door de vergrijzing zijn er meer senioren die ook nog eens ouder worden. En ook in de huidige samenleving, waarin mensen meer van baan wisselen en dus ook veranderen van sector en pensioenfonds, rees de vraag naar een moderner stelsel. Een belangrijke pijler daarin is dat je gaat sparen voor je eigen pensioen.
Harde knip
Dat betekent dat er een harde knip komt tussen de inkomsten bij de twee systemen. En die gaat érgens pijn doen. Een deel van de deelnemers die jarenlang heeft betaald voor ouderen, die groep van 45- tot 55-jarigen, krijgt dat dan niet meer aangevuld door jongeren. Dus deze middengroep moet gecompenseerd worden, zo kondigde minister Schouten aan. Maar dat geld moet wel ergens vandaan komen.
Dat is ook de reden dat pensioenfondsen voldoende buffers nodig hebben. Reedijk: „BpfBouw heeft een dekkingsgraad van 140% en daarom ruimte om te indexeren en voldoende over te houden voor compensaties.” Bij andere pensioenfondsen, zoals PFZW en PMT, blijft er na indexaties minder ruimte over. „Dat wordt spannend. Als het even tegenzit, duiken ze na de indexaties met hun dekkingsgraad onder de 105% en dat is niet gunstig.”
Evenwichtig
Reedijk vraagt zich dan ook af: „Pakt de compensatie wel evenwichtig uit voor iedereen? Gepensioneerden genieten nu van hun pensioen en zouden het liefst de volledige buffer van een pensioenfonds als indexatie willen krijgen, maar een deel van deze buffer zal nodig zijn om de middengroep te compenseren. En deze middengroep hoor je eigenlijk nauwelijks hierover.”
De drie grootste pensioenfondsen, ABP, PFZW en PMT vinden het te vroeg om te reageren, omdat ’de Wtp er nog niet ligt’ en ’de regels nog niet duidelijk zijn’
Professor Bernard van Praag en Henk Hemmers hebben in een wetenschappelijk artikel in MeJudice aangetoond dat óók jongeren bij het afschaffen van de doorsneepremie er op achteruit gaan. Iedereen in een pensioenfonds verliest dan dus. Maar de bij de Pensioenindustrie, bij de vakbonden en bovenal bij onze overheid worden onafhankelijke wetenschappers andere dan de Netspar professoren en het netwerk van de financiële belangehebnden aan de Wtp, genegeerd.
Tenenkrommend dus om te lezen:
"Overgang naar nieuw pensioenstelsel valt voor middengroep duur uit
Voor deelnemers van pensioenfondsen is het na het indexatiefeest de vraag of er genoeg over is om alle groepen te compenseren in het nieuwe stelsel. Zeker nu de gemiddelde dekkingsgraad volgens Aon in november is gedaald naar 124% door stijging van de verplichtingen.
Vooral de middengroep kunnen de dupe worden van de hoge rente.
Jongeren die betalen voor ouderen. Deze manier van financieren gaat uit het nieuwe pensioenstelsel. Maar het afschaffen van die zogeheten doorsneesystematiek gaat pensioenfondsen miljarden euro’s extra kosten, nu de rente is gestegen. Corine Reedijk van Aon legt uit dat bij eerdere berekeningen de toenmalige, lagere rente werd gehanteerd. „Destijds werd meegenomen dat voor de compensatie van de groep die last heeft van die afschaffing, 2 tot 4% moest worden gereserveerd.” Vorig jaar zat er in totaal €2000 miljard in de pensioenkas en zou dat uitkomen op €40 tot €80 miljard om de gedupeerden te compenseren. „Inmiddels is de rente gestegen en moet je eerder denken aan 6 tot 8%. De totale pensioenpot is nu gedaald naar €1400 miljard, maar je komt dan uit op €80 tot €112 miljard aan compensatie.”
Waardevermindering
Reedijk snapt dat gepensioneerden, die jarenlang geen indexaties hebben ontvangen en daarom een flinke waardevermindering hebben gezien van hun pensioenuitkering (soms van wel 25%), blij zijn dat de pensioenen verhoogd konden worden. „Door de gestegen rente kan nu ruimhartiger dan anders geïndexeerd worden, maar de benodigde compensaties voor de overgang naar het nieuwe systeem zullen dus ook een stuk hoger worden.”
Wie hier vooral last van heeft, is de middengroep, de mensen tussen de 45 en de 55 jaar. Zij hebben jarenlang betaald voor de ouderen en zitten op de helft van de tijd die ze werken tot aan hun pensioen. Dus ze hebben minder tijd om bij te sparen. Reedijk: „En ze hebben ook nog minder tijd om hun pensioenbeleggingen te laten renderen.”
Deze groep is de dupe van een van de grote veranderingen in de nieuwe Wet Toekomst Pensioenen: de genoemde afschaffing van de doorsneesystematiek. Tot nu toe betalen jongeren via hun pensioenpremie voor de uitkering van ouderen. Maar dat wordt voor jongeren erg duur. Door de vergrijzing zijn er meer senioren die ook nog eens ouder worden. En ook in de huidige samenleving, waarin mensen meer van baan wisselen en dus ook veranderen van sector en pensioenfonds, rees de vraag naar een moderner stelsel. Een belangrijke pijler daarin is dat je gaat sparen voor je eigen pensioen.
Harde knip
Dat betekent dat er een harde knip komt tussen de inkomsten bij de twee systemen. En die gaat érgens pijn doen. Een deel van de deelnemers die jarenlang heeft betaald voor ouderen, die groep van 45- tot 55-jarigen, krijgt dat dan niet meer aangevuld door jongeren. Dus deze middengroep moet gecompenseerd worden, zo kondigde minister Schouten aan. Maar dat geld moet wel ergens vandaan komen.
Dat is ook de reden dat pensioenfondsen voldoende buffers nodig hebben. Reedijk: „BpfBouw heeft een dekkingsgraad van 140% en daarom ruimte om te indexeren en voldoende over te houden voor compensaties.” Bij andere pensioenfondsen, zoals PFZW en PMT, blijft er na indexaties minder ruimte over. „Dat wordt spannend. Als het even tegenzit, duiken ze na de indexaties met hun dekkingsgraad onder de 105% en dat is niet gunstig.”
Evenwichtig
Reedijk vraagt zich dan ook af: „Pakt de compensatie wel evenwichtig uit voor iedereen? Gepensioneerden genieten nu van hun pensioen en zouden het liefst de volledige buffer van een pensioenfonds als indexatie willen krijgen, maar een deel van deze buffer zal nodig zijn om de middengroep te compenseren. En deze middengroep hoor je eigenlijk nauwelijks hierover.”
De drie grootste pensioenfondsen, ABP, PFZW en PMT vinden het te vroeg om te reageren, omdat ’de Wtp er nog niet ligt’ en ’de regels nog niet duidelijk zijn’
Lees hier het artikel in de Telegraaf (helaas alleen voor abonnementen op de Telegraaf)