Trots op deze strijders, prachtige brief:
Geachte mevrouw Kellerman,
u schrijft op uw website: “Als je pensioen niet meegroeit met die steeds hogere prijzen, dreigt je boodschappenkarretje op termijn steeds leger te worden. Daarom vinden wij dat een goed pensioen moet meegroeien met de prijzen. Dat is de afgelopen lange tijd niet gelukt. Nu kunnen wij gelukkig wel iets doen. U vraagt zich misschien af: waarom 6% en niet meer? Daar zijn verschillende redenen voor.”
Ja dat vragen wij ons inderdaad af. De inflatie is in de periode die PFZW als uitgangspunt neemt 14,5%. De 6% erbij is dus een achteruitgang van 8,5%. Ons boodschappenkarretje dreigt niet op termijn leger te worden. Het is al veel leger. En het wordt nóg leger. Vanaf 2006 liep het PFZW pensioen opgeteld al 26,83% achter op de inflatie tot dit jaar. Opgeteld met dit jaar is dat nu meer dan 35%.
De argumentatie voor deze graatmagere indexatie is dun. U heeft het over: “allereerst evenwichtige belangenafweging tussen jong en oud”. Maar wat is er evenwichtig aan als de gepensioneerden meer dan een derde van hun pensioen in rook zien opgaan? Is dat voor de jongeren ook zo?
U schrijft: “Daarbij kijken we niet alleen naar vandaag, maar jaren vooruit. Alle reserves nu in één keer aanspreken, is dan niet verstandig.” Met het nieuwe systeem zouden die reserves toch niet meer nodig zijn?! En gezien de huidige extreme inkomensdaling zou je de reserves moeten aanspreken. Waar zijn reserves anders voor?
U schrijft: “Ook willen we de kans zo klein mogelijk houden dat we de pensioenen de komende jaren moeten verlagen.” Maar de pensioenen zijn nu juist al jaar op jaar op jaar verlaagd. Er zijn paternalistische verhalen dat een stapje achteruit een krachtiger emotionele uitwerking heeft dan een stapje vooruit. Maar ga eens praten met de mensen die tot 15 jaar lang niet geïndexeerd zijn en die nu nogmaals een reuzenstap achteruit maken.
U schrijft: “Daarom zijn we nu voorzichtig, zeker omdat de economische verwachtingen erg onzeker zijn.” Maar is het ooit anders geweest? We komen net uit een twee jaar durende wereldwijde pandemie. Wie het financiële nieuws volgt, weet dat de beurzen leven van onzekerheid.
U schrijft: “Een andere reden om voorzichtig te zijn, is dat zo de kans groter is dat de pensioenen de komende jaren opnieuw omhoog kunnen.” U houdt ons de toekomstige worst voor. Maar de achteruitgang is nu. Nú is er meer indexatie nodig, niet “in de komende jaren.” Voor de werkenden maakt het niet uit of de indexatie in één keer wordt toegekend of gespreid. Op pensioendatum komt er toch hetzelfde bedrag uit. Voor de gepensioneerden maakt het wel uit. De boodschappen in dit jaar kunnen niet betaald worden uit de indexatie van volgend jaar.
U schrijft: “Een laatste reden voor voorzichtigheid is de komende overstap naar het nieuwe pensioenstelsel. Om die overstap voor iedereen goed te kunnen regelen, helpt het als we wat reserves achter de hand houden.” Maar er werd juist gesteld dat we er allemaal op vooruit zouden gaan door het nieuwe stelsel, juist omdat de “buffers” zouden vrijvallen. Dat was volgens velen en ook volgens u de hoofdreden om over te gaan naar een nieuw systeem. En nu doet u het omgekeerde: u indexeert veel te weinig, juist vanwege het nieuwe systeem. Waarom zijn er buffers nodig voor de overgang naar een nieuw pensioenstelsel zonder buffers. Kan het gekker?
PFZW gaf ook een persbericht uit. Daarin staat: “Daarbij is meegenomen dat per 1 oktober een pensioenverhoging van 2,7% is doorgevoerd.” Ja, maar dat was een compensatie voor de inflatie voor de vorige periode, die van september 2020 - september 2021. U was met uw betaling gewoon laat. Het ABP betaalde een dergelijke indexatie al in juli en met terugwerkende kracht vanaf 1 januari.
En in het bericht staat: “Ook heeft het bestuur afgewogen wat wel (en niet) mogelijk zou zijn binnen de huidige regels zonder de tijdelijke regelgeving én in het beoogde nieuwe pensioenstelsel.” De veel te lage indexatie voorspelt niet veel goeds voor het beoogde nieuwe pensioenstelsel. Is dat de bedoeling?
En er staat: “Op 30 september 2022 was de beleidsdekkingsgraad bij PFZW 109,6% en de actuele dekkingsgraad 115,7%. De volledige prijsinflatie over de periode september 2021 tot en met september 2022 was 14,5%. De dekkingsgraad van PFZW was te laag om deze prijsinflatie geheel te compenseren.” U had dus zonder een centje pijn 10% kunnen indexeren en niet die miezerige 6%. En toen u de beslissing nam, wist u al dat de actuele dekkingsgraad per eind oktober 116,8 was. Dus u had ruimte voor 11,8% indexatie. Een noodzaak gezien de lege boodschappenkar van uw gepensioneerden.
In het jaarverslag PFZW 2021 staat: “Voor de vergoeding van het bestuur wordt aangesloten bij het algemene maximum van de Wet Normering Topinkomens (WNT). Deze wordt teruggerekend naar dagdelen. Jaarlijks worden de maxima aangepast bij ministeriële regeling (geïndexeerd). Voor 2021 was het algemene maximum € 209.000.” U wordt dus wel volledig geïndexeerd.
En we lezen op internet dat u als voorzitter van de Raad van Toezicht van de Universiteit Utrecht, ondanks studentenprotesten, in 2021 een extra structurele verhoging krijgt van €15.000 naar €24.000 per jaar. Dat is 60% meer. En uw gepensioneerden moeten het doen met 35% minder?
Andere fondsen hebben de moed getoond om veel substantiëlere indexatie toe te passen. Wij vragen u dringend uw besluit te herzien en hetzelfde te doen.
Namens de sectorraad senioren FNV,
Met vriendelijke groet,
het bestuur:
Charlotte Jongmans,
Lies Damen,
René Hulst.