Zaterdag 19 november 2022 Telegraaf.
Column Jaap van Duijn.
Column Jaap van Duijn.
(reactie Wilma Berkhout)
Met een betere rekenrente kan ons pensioenstelsel jaren mee
author avatar
In internationale vergelijkingen van pensioenstelsels komt het Nederlandse stelsel altijd als een van de allerbeste naar voren, meestal samen met dat van Denemarken en IJsland. In het rapport van 2022 van consultantsbureau Mercer staat het laatste land qua score nog net iets boven Nederland. Volgens Mercer zijn de stelsels van de top drie robuust, leveren ze goede resultaten en zijn ze houdbaar.
author avatar
In internationale vergelijkingen van pensioenstelsels komt het Nederlandse stelsel altijd als een van de allerbeste naar voren, meestal samen met dat van Denemarken en IJsland. In het rapport van 2022 van consultantsbureau Mercer staat het laatste land qua score nog net iets boven Nederland. Volgens Mercer zijn de stelsels van de top drie robuust, leveren ze goede resultaten en zijn ze houdbaar.
Voor de vorige stelselwijziging ging indexeren eenvoudiger.
Vooral die laatste kwalificatie is belangrijk. Want als een systeem houdbaar is, waarom zou je het dan veranderen? Nederland heeft niet alleen een goed systeem, het opgebouwde pensioenvermogen is ook nog eens het allerhoogste in de wereld. Voor de grote koersdalingen van dit jaar hadden Nederlandse fondsen een vermogen dat gelijk was aan 210% van het bbp. Geen enkel land, uitgezonderd IJsland (194%), kwam daar ook maar een beetje in de buurt. Ook waren de pensioenvermogens nergens ter wereld zo hard gestegen als in Nederland.
Pieter Omtzigt
Toch debatteert de Tweede Kamer nu over een nieuwe pensioenwet, officieel genaamd de Wet Toekomst Pensioenen. Over het wetsvoorstel is eindeloos lang onderhandeld en alles wat ook maar iets met pensioenen te maken heeft, moest er in worden geregeld. Dat is ook meteen het grootste probleem van de nieuwe wet. Veel en veel te complex. De wettekst plus de toelichting daarop telt bijna 500 pagina’s. Wie kan zich daar doorheen worstelen en na afloop naar eer en geweten zeggen dat hij alles begrepen heeft? Niemand natuurlijk, zelfs Pieter Omtzigt niet. De Tweede Kamer telt inmiddels 21 fracties en al die kleine splinterpartijtjes, die alleen maar generalisten kennen, moeten zich zo nodig profileren en hun plasje doen. Er kwamen dan ook 1400 (!) schriftelijke vragen over de nieuwe wet, die de ambtenaren van minister Schouten allemaal moeten beantwoorden. Dit is absurd.
De operatie waarbij straks de collectieve pensioenpotten in allemaal individuele potjes moeten worden verdeeld, wordt een zeer gecompliceerde en omdat er altijd personen of groepen zijn die er bij veranderingen op achteruitgaan, zie je de rechtszaken al voor je en doemt de zoveelste parlementaire enquête al aan de horizon op.
Gruwelijke fout
Het stelsel dat Nederland tot 2007 had, was prima. Maar in dat jaar trad de huidige wet in werking, waarbij de bestaande rekenrente van 4% vervangen werd door de marktrente op zogenaamd risicovrije staatsleningen. Dat was methodologisch een gruwelijke fout. De rekenrente is de rente waartegen toekomstige verplichtingen contant worden gemaakt en die rekenrente zou gelijk moeten zijn aan de redelijkerwijs op lange termijn te behalen rendementen op de beleggingsportefeuille. Die bedragen zo’n 6 à 7%, maar de gebruikte rekenrente daalde door het dwaze beleid van centrale banken richting nul. Dus werden pensioenfondsen rijker en rijker maar mochten ze de pensioenen niet verhogen.
Met een beter bepaalde rekenrente dan nu het geval is, kunnen we nog jaren
Vooral die laatste kwalificatie is belangrijk. Want als een systeem houdbaar is, waarom zou je het dan veranderen? Nederland heeft niet alleen een goed systeem, het opgebouwde pensioenvermogen is ook nog eens het allerhoogste in de wereld. Voor de grote koersdalingen van dit jaar hadden Nederlandse fondsen een vermogen dat gelijk was aan 210% van het bbp. Geen enkel land, uitgezonderd IJsland (194%), kwam daar ook maar een beetje in de buurt. Ook waren de pensioenvermogens nergens ter wereld zo hard gestegen als in Nederland.
Pieter Omtzigt
Toch debatteert de Tweede Kamer nu over een nieuwe pensioenwet, officieel genaamd de Wet Toekomst Pensioenen. Over het wetsvoorstel is eindeloos lang onderhandeld en alles wat ook maar iets met pensioenen te maken heeft, moest er in worden geregeld. Dat is ook meteen het grootste probleem van de nieuwe wet. Veel en veel te complex. De wettekst plus de toelichting daarop telt bijna 500 pagina’s. Wie kan zich daar doorheen worstelen en na afloop naar eer en geweten zeggen dat hij alles begrepen heeft? Niemand natuurlijk, zelfs Pieter Omtzigt niet. De Tweede Kamer telt inmiddels 21 fracties en al die kleine splinterpartijtjes, die alleen maar generalisten kennen, moeten zich zo nodig profileren en hun plasje doen. Er kwamen dan ook 1400 (!) schriftelijke vragen over de nieuwe wet, die de ambtenaren van minister Schouten allemaal moeten beantwoorden. Dit is absurd.
De operatie waarbij straks de collectieve pensioenpotten in allemaal individuele potjes moeten worden verdeeld, wordt een zeer gecompliceerde en omdat er altijd personen of groepen zijn die er bij veranderingen op achteruitgaan, zie je de rechtszaken al voor je en doemt de zoveelste parlementaire enquête al aan de horizon op.
Gruwelijke fout
Het stelsel dat Nederland tot 2007 had, was prima. Maar in dat jaar trad de huidige wet in werking, waarbij de bestaande rekenrente van 4% vervangen werd door de marktrente op zogenaamd risicovrije staatsleningen. Dat was methodologisch een gruwelijke fout. De rekenrente is de rente waartegen toekomstige verplichtingen contant worden gemaakt en die rekenrente zou gelijk moeten zijn aan de redelijkerwijs op lange termijn te behalen rendementen op de beleggingsportefeuille. Die bedragen zo’n 6 à 7%, maar de gebruikte rekenrente daalde door het dwaze beleid van centrale banken richting nul. Dus werden pensioenfondsen rijker en rijker maar mochten ze de pensioenen niet verhogen.
Met een beter bepaalde rekenrente dan nu het geval is, kunnen we nog jaren
Lees hier het bericht in de Telegraaf (helaas alleen te lezen met een premium abonnement op de Telegraaf)