De Limburger 10 november 2022
Pensioen? Alles op rood!
Column door Rob Cox
Mijn vader ging in 1995 met de vut, een soort prepensioen. Hij was toen 58 jaar. Tot aan zijn pensioen werd zijn uitkering aangevuld met geld uit de VUT-pot. Vanaf zijn vijfenzestigste kreeg hij zijn pensioen op basis van zijn laatst verdiende loon: de zogenaamde eindloonregeling.
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Wet Toekomst Pensioenen
Die wet zet meteen een streep door alle achterstallige indexatie- aanspraken. Kwijt, zonder dat daar iets tegenover staat.
In dertig jaar is er veel veranderd. De VUT is afgeschaft. Gisteren werd bekend dat de pensioenleeftijd in 2028 naar 67 jaar en drie maanden gaat. In 2039 is dat 68 jaar.
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Ook eindloonregelingen bestaan vrijwel niet meer. Dat is veranderd in een middelloonregeling, gebaseerd op je gemiddelde salaris tijdens je carrière. Daardoor werden de pensioenuitkeringen veel lager en het was natuurlijk ook goedkoper.
Nog slechter
Maar dat zijn niet de enige recente verslechteringen op pensioengebied. Vroeger hadden werkgevers een bijstortverplichting. Wanneer het slecht ging met een pensioenfonds dan stortte de werkgever geld bij. Door de financiële crises en strengere boekhoudregels is dat stilletjes afgeschaft.
De nieuwe rekenmethodiek met de rekenrente, heeft héél veel invloed gehad op de waarde van de pensioenen en de premies. Die regeling en de lage rente zorgden ervoor dat pensioenfondsen zich structureel arm moesten rekenen. En dus kon niks en werd alles duurder.
Indexaties bijvoorbeeld. In de tijd van mijn vader kwam het wel eens voor dat de pensioenen geïndexeerd werden. Maar deze gemiste indexaties werden bijgehouden en in betere jaren ingehaald. Doordat de fondsen zich ineens arm moesten rekenen, is er dertien jaar niet geïndexeerd. Niet bij de gepensioneerden, en ook niet bij de werkenden.
Nog duurder
Omdat de pensioenfondsen het zwaar hadden door de rekenrente, gingen ook de premies van werkenden omhoog. In de jaren negentig was een pensioenpremie van een procent of 10 al flink, Nu zitten we tussen de 20 en 30 procent van het brutoloon. Een enorme aanslag op de koopkracht van werkenden.
Voor de staat was dat ook niet fijn want over al die pensioenpremies wordt geen loonbelasting betaald. Dus heeft de overheid steeds strengere grenzen gesteld aan het bedrag dat je mag storten in je pensioen. Daardoor wordt minder pensioen opgebouwd, waardoor je pensioen straks lager is. In veel gevallen is het nabestaandenpensioen versoberd of afgeschaft om de kosten te drukken. Dat geldt ook voor andere regelingen.
Nu gaan we naar een nieuw systeem: de Wet toekomst pensioenen. Die wet zet meteen een streep door alle achterstallige indexatie-aanspraken. Kwijt, zonder dat daar iets tegenover staat. Dat geldt voor gepensioneerden en werkenden. Dat is wrang omdat juist op dit moment de dekkingsgraden omhoog schieten door de stijgende rente en er volop ruimte is voor inhaal-indexatie. Dus wel lijden als het slecht gaat maar niet profiteren als het beter gaat.
De groep werkenden tussen de veertig en zestig jaar gaat er door de nieuwe wet flink op achteruit. Dat moet worden opgevangen met het nieuwe woord van het jaar: invaren. Ze moeten gecompenseerd worden uit de reserves van de fondsen. Maar hoeveel, dat weet niemand nog.
Nog minder
Wat ook verdwijnt is de solidariteit die het Nederlandse systeem tot een van de beste pensioenregelingen ter wereld heeft gemaakt. In de nieuwe wet krijgt iedereen een eigen potje. Op je pensioenleeftijd moet je geluk hebben dat je fonds het goed heeft gedaan in de jaren voor je pensioen, anders heb je pech. Dat wordt een casinopensioen genoemd.
Nog even terugkijkend naar de eerste alinea van dit stuk: mijn vader van 58 ging in 1995 met de VUT en een pensioen van 70 procent van zijn eindloon. Ook kreeg hij een goed nabestaandenpensioen na het overlijden van mijn moeder.
Ik ben straks tien jaar ouder dan mijn vader als ik met pensioen ga. Ik krijg een middelloonregeling. De 70 procent daarvan haal ik niet door misgelopen indexaties. Voor die regeling hebben mijn werkgever en ik drie keer zoveel premie moeten betalen. Mijn vrouw bouwt geen nabestaandenpensioen op.
Mijn hoop is gevestigd op het casino.
Rob Cox is verslaggever van De Limburger
 
Lees hier het artikel van Rob Cox in De Limburger (helaas alleen voor abonnees op De Limburger)