Zaterdag 5 november 2022. De nieuwsbrief van Martin Visser, " Achter de cijfers."
 
(reactie Wilma Berkhout)
Vrij te lezen o.a. over het pensioedebat en een interview met Henk Bets van Confident dat de werkelijkheid van de WTP laat zien.
"Als we dit jaar het nieuwe pensioenstelsel al zouden hebben gehad, dan waren ouderen in de eerste helft van het jaar 3,5% gekort op hun pensioen. En om gepensioneerden een koopkrachtig pensioen te geven, moet zeker de helft van hun pensioenvermogen in aandelen worden belegd. Twee conclusies van analyses die actuaris Henk Bets van adviesbureau Confident heeft gemaakt. Analyses die illustreren hoe het nieuwe pensioencontract gaat werken. Ik sprak hem deze week.
Meer dan veertig brandbriefschrijvers waarschuwen dat je nú het nieuwe pensioen niet moet invoeren vanwege de economische onzekerheid en hoge inflatie. Bent u het daarmee eens?
“Ook al zaten we nu in een situatie van een normale inflatie, van een procent of 2, dan zou ik het nog niet verstandig vinden om over te stappen. Ik zie überhaupt geen verstandig moment.”
U bent sowieso tegen de overstap naar dit nieuwe stelsel? Waarom?
“Omdat er een aantal tekortkomingen zit in het wetsvoorstel. Daar moet je eerst iets aan doen voordat je dit plan kunt aannemen.”
Welke tekortkomingen dan?
“Ten eerste omdat het nieuwe stelsel niet zal leiden tot een koopkrachtig pensioen. Uit mijn berekeningen blijkt dat je het pensioenvermogen van ouderen voor minstens 50% in aandelen moet beleggen om bij een gemiddelde inflatie van 2% de koopkracht te kunnen behouden. Zo'n groot deel aandelenbeleggingen betekent een groot risico. Gemiddeld kun je dan die inflatie bijbenen, maar de fluctuaties zullen van jaar tot jaar heel groot zijn. Daarnaast heb ik nog met andere dingen moeite, bijvoorbeeld dat er te weinig vrijheid is in de beleggingskeuze van deelnemers. De bedoeling is dat het risico van dat beleggingsbeleid afneemt bij stijgende leeftijd. Maar het is vreemd dat je daarmee vastlegt dat een 55-jarige altijd minder risico wil lopen dan een 45-jarige. Er wordt helemaal geen rekening gehouden met individuele omstandigheden
Is er in de doorrekeningen wel rekening gehouden met zo'n hoge inflatie als nu?
“Nee, de doorrekeningen zijn gemaakt in een tijd van zeer lage inflatie. Het leidde er ook toe dat minister Schouten verkeerde tabellen presenteerde. Ze zei dat we mogen uitgaan van een gemiddelde inflatie van 2%, maar in die doorrekeningen zaten veel lagere inflatiepercentages. Ze begonnen voor de eerste jaren met een inflatie dicht bij de 0%. Als je dan veronderstelt dat die in een paar jaar toegroeit naar een 1% dan zit je stelselmatig veel te laag. Vervolgens zijn die berekeningen wel gebruikt om conclusies te trekken over de gevolgen van dit stelsel voor de lange termijn.”
Tot welke conclusies leidden die doorrekeningen dan?
“Als je veronderstelt dat de inflatie de komende jaren heel laag is, dan ga je er automatisch vanuit dat je in het huidige stelsel niet veel hoeft te indexeren. Tja, dan wordt het nieuwe stelsel in de vergelijking al snel beter.”
Hoe werkt die redenering precies?
“Je gaat ervan uit dat je in het huidige stelsel de pensioenen maximaal met de inflatie verhoogt. In het nieuwe pensioen kun je verhogen met het behaalde rendement op de beurs, dus soms ook meer dan inflatie. Als je ervan uitgaat dat de inflatie heel laag is, zit er vanzelf een plafond aan de groei van het pensioen in het huidige stelsel, dat er in het nieuwe stelsel niet zit. Dus hoe lager je de inflatie inschat nu hoe beter dat nieuwe pensioen eruit ziet in vergelijking. Je hebt in het nieuwe stelsel maar een kleine verhoging nodig om al beter te scoren dan het oude stelsel in de pensioenuitkomsten.”
Huh? Grenst dat niet aan volksverlakkerij?
(Stilte). “Ik ben voorzichtig om dit soort woorden te gebruiken. Maar ik zou me met dit soort berekeningen als Tweede Kamerlid wel op het verkeerde been gezet voelen.”
Is deze fout hersteld?
“Nee, bijna niet. Die oude berekeningen zijn nooit opnieuw gedaan.”
Nu hebben we een extreem hoge inflatie. Tot welke analyse leidt dat dan?
“Ik vind dat je het systeem niet alleen moet beoordelen op een lage inflatie en ook niet alleen op een hoge. Als je een analyse maakt, moet je al die varianten meenemen in je modellen om te kijken wat er dan gebeurt en te bepalen of je dat wel of niet acceptabel vindt. Uit mijn analyse blijkt dat het al een hele klus wordt om een koopkrachtig pensioen te bereiken bij een inflatie van 2%. Zoals gezegd moet je het vermogen van ouderen dan voor 50% in aandelen beleggen. Bij een hogere inflatie moet je nog meer in aandelen beleggen en dus minder in veiliger obligaties. Dat leidt tot veel meer fluctuaties.”
Maar die verliezen op de beurs worden toch uitgesmeerd over meerdere jaren? Dan vallen die fluctuaties toch wel mee?
“Dat maakt het resultaat alleen maar erger. Dat betekent dat je een deel van de verhogingen van het pensioen in de betere jaren, die nodig hebt om in de inflatie bij te houden, ook uitsmeert over de tijd. Van de mooie rendementen wordt een deel toegekend in een jaar en de rest is nodig om eventuele beursverliezen op te vangen. Het gaat dan in het begin jaren duren voordat je op het gewenste pensioenniveau zit. Dat uitsmeren is uiteindelijk een sigaar uit eigen doos. Je stelt een deel van de pensioenuitkering uit. Je koopt zekerheid, maar dat kost je wel geld, zeker in de eerste jaren.”
Het nieuwe pensioen wordt veel onzekerder. Ter illustratie: wat zou het woelige beursjaar dat we nu meemaken hebben betekend in het nieuwe stelsel?
“Dan zouden we het rare effect hebben gezien dat ouderen werden gekort en dat jongeren winst hadden geboekt.”
Winst?
“Ja, want doordat de rente stijgt wordt ook het projectierendement aangepast en dat pakt gunstig uit voor jongere generaties.”
We waren toch van die rekenrente af?
“We hebben daar het projectierendement voor teruggekregen. In feite zijn we niet van de rekenrente af, maar die heeft een andere naam gekregen en is in vermomming weer teruggekomen. Jongeren hebben net als ouderen last van een slecht beursjaar maar hebben een groter voordeel van die stijgende rente.”
Hoe groot zou de korting voor gepensioneerden zijn geweest?
“In de eerste helft van dit jaar zou dat betekend hebben dat ze hun pensioen moet ongeveer 3,5% naar beneden hadden zien gaan.”
Maar deze mate van volatiliteit was toch de bedoeling? In eerdere jaren zouden de pensioenen zijn gestegen.
“Klopt. Maar je kunt je wel afvragen of deze mate van risico’s wel acceptabel zijn voor mensen die al met pensioen zijn.”
Hier horen we PvdA en GL nauwelijks over. Wat vindt u daarvan?
“Dat heeft te maken met politieke afspraken. Ik hoor ze alleen maar vragen stellen over zzp'ers en andere groepen zonder pensioen. Op dit soort punten gaan ze nauwelijks in. Dat is, denk ik, een politieke keuze.”
 
Lees hier het bericht van Martin Visser (econoom en journalist)