Een Kamerstuk is een tussen de Nederlandse regering en het Nederlands parlement uitgewisseld schriftelijk stuk. Voor wat betreft de Tweede Kamer moet zo’n stuk, volgens artikel 151 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer, voor zover mogelijk, terstond digitaal worden gepubliceerd.
Kamerstukken vormen dossiers, kamerdossiers genoemd. In ieder geval kent de Tweede Kamer aan elk wetsvoorstel een apart dossiernummer toe. Een dossier kan ook gaan over een bepaald thema, anders dan een specifiek wetsvoorstel, bijvoorbeeld de Kamerdossiers Herziening Belastingstelsel en Voorjaarsnota 2022. Ieder dossier krijgt een zg. Kamerstuknummer, dossiernummer of vetnummer; deze nummering is gestart in het vergaderjaar 1945/46 en is sindsdien doorlopend.
Bij Kamerstukken van vóór 1945 worden de dossiers per vergaderjaar genummerd, en begint de nummering binnen een dossier elk vergaderjaar weer met 1.
Kamervragen worden niet als Kamerstuk gedefinieerd en kennen een eigen nummering.
Een volledig Kamerstuknummer is een combinatie van dit (tegenwoordig) vijfcijferige nummer, met voor een dossier van een begrotingshoofdstuk nog een toevoeging en een ordernummer. Het kan worden voorafgegaan door het vergaderjaar, maar zonder dat is het nummer ook al uniek. Een dossier dat de Eerste Kamer zelf start, bijvoorbeeld over de verkiezing van een voorzitter, het Reglement van Orde, of een interne financiële kwestie, heeft een nummer in Romeinse cijfers.
De term Kamerstuk wordt soms gebruikt voor het dossier (bijvoorbeeld in het Staatsblad, als daarin naar het dossier wordt verwezen), soms voor één stuk uit het dossier. Ook wordt wel de meervoudsterm Kamerstukken gebruikt, als naam van de hele verzameling stukken, ook in een verwijzing naar een enkel stuk.