Bij kapitaaldekking spaart een werknemer zelf geld voor zijn of haar pensioen, en krijgt dit nadat hij of zij met pensioen gaat uitgekeerd. De werkgever betaalt als onderdeel van de arbeidsvoorwaarden periodiek, vaak per maand, een bedrag aan een pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij. Die gaat vervolgens het ingelegde geld beleggen. Met gemaakte rendementen op bijvoorbeeld effecten probeert een pensioenfonds winst te behalen, waardoor je ingelegde pensioengeld meer waard wordt. Jouw aandeel krijg je dan uitgekeerd als je met pensioen gaat. Het aandeel dat bij je overlijden eventueel resteert wordt gebruikt voor een partnerpensioen of blijft in de pensioenpot, als reserve voor anderen die pensioenaanspraken hebben. Het partnerpensioen is in Nederland het pensioen dat levenslang uitgekeerd wordt aan de partner van een overleden deelnemer van een pensioenfonds. Samen met het wezenpensioen valt dit onder de verzamelnaam nabestaandenpensioen.